Indira sliep de hele lange weg naar haar nieuwe, Duitse huis alsof ze in geen eeuwen goed geslapen had. Wakker werd ze toen we het einddoel bereikten. We werden op straat al opgewacht door een enigszins bezorgde nieuwe eigenaar. Kon Indira wel trappen lopen? Hm, daar kon de chauffeur geen antwoord op geven. Gelukkig is die tamelijk praktisch ingesteld en zei ‘nou, dat zullen we dan direct zien’. Indira stapte uit de auto, begroette haar nieuwe vrouwtje als lang verloren gewaande vriendin en dook onmiddellijk de juiste voordeur in. Daar stond ze stil en keek met enige verbazing naar de trap. We probeerden haar met koekjes ertoe te verleiden een paar treden op te lopen. Maar daar had Indira geen zin in. Raar ding, zo’n trap. Til me maar.
Zo gezegd, zo gedaan. Nieuwe vrouwtje zei ‘let op, ik ga je naar boven dragen’. Indira stond braaf stil, liet zich optillen en zich zonder een spier te vertrekken naar boven dragen. Daar aangekomen moest ze natuurlijk, zoals een Afghaan betaamt, alle kamers, kasten, tafels, stoelen, vazen met bloemen, stapels tijdschriften en andere interessante objecten aan een nauwgezette inspectie onderwerpen. Alles werd in orde bevonden en Indira zocht haar mand op waar ze met een diepe zucht ging liggen.
U snapt het natuurlijk al: het gaat uitstekend met Indira. En die trap? Die snelt ze op en af of ze nooit anders gedaan heeft!
Indira, veel geluk op je nieuwe adres.